• Menu
  • Skip to right header navigation
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de voettekst

Riverlane

Fiscaal juristen en finance

  • Mensen
  • Track record
  • Publicaties
  • Contact
  • DigiDos
  • Nederlands
  • Engels
  • Mensen
  • Track record
  • Publicaties
  • Contact
  • DigiDos
  • Nederlands
  • Engels

Voortgang: belasting in Box 3 op basis van werkelijk rendement

21-05-2025 By //  by Pascal Louwes

Vanaf 2028 wil het kabinet overstappen op belastingheffing over het werkelijke rendement in Box 3. Tot die tijd wordt echter nog gerekend met forfaitaire rendementen, wat nadelig kan uitpakken als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire percentage. De Hoge Raad heeft bepaald dat belastingplichtigen tegenbewijs mogen leveren als zij kunnen aantonen dat het werkelijke rendement lager is dan het door de Belastingdienst vastgestelde forfaitaire rendement. Dit betekent dat belastingplichtigen zelf zullen moeten aantonen wat hun daadwerkelijke rendement is.

Belastingplichtigen die in aanmerking komen voor het doorgeven van hun werkelijke rendement over één of meerdere jaren, hebben hierover al een brief van de Belastingdienst ontvangen. Vanaf deze zomer wordt het mogelijk om het werkelijke rendement door te geven via een formulier Opgaaf Werkelijk Rendement.

Het werkelijk rendement omvat het volledige vermogen in Box 3, inclusief gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen (waaronder ook van onroerend goed). Het is van groot belang om een nauwkeurige administratie bij te houden en relevante stukken te bewaren die nodig zijn voor de berekening van het werkelijke rendement. Hieronder hebben wij samengevat welke informatie in beginsel relevant is voor de berekening van het werkelijke rendement. Naast de reguliere informatie die nodig is voor de aangifte inkomstenbelasting, gaat het om de volgende gegevens:

  • een overzicht van de ontvangen rente op bank- en spaartegoeden
  • een overzicht van de ontvangen inkomsten op beleggingen, aandelen, obligaties, opties en crypto’s
  • de totale positieve en negatieve opbrengsten van aan- en verkopen van beleggingen, aandelen, obligaties, opties en crypto’s gedurende het jaar
  • het waardeverloop van het vermogen
  • huurinkomsten van verhuurde woning(en) in (binnen- en/of buitenland)
  • de ontvangen rente op vorderingen de betaalde rente over schulden

Recent is het wetsvoorstel Wet tegenbewijsregeling box 3 aan de Tweede Kamer aangeboden. In dit wetsvoorstel wordt geregeld op welke manier aannemelijk kan worden gemaakt dat het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement in box 3. Het wetsvoorstel vormt grotendeels een codificatie van hetgeen de Hoge Raad heeft geoordeeld over het bepalen van het werkelijke rendement. Er is veel kritiek op het wetsvoorstel. Tot aan de zomer kan er nog veel veranderen met betrekking tot de tegenbewijsregeling. Wij adviseren desondanks om, indien een brief van de Belastingdienst is ontvangen, de hierboven genoemde gegevens bij te houden. Mocht er tegen die tijd verdere aanvullende informatie nodig zijn, dan laten wij dat weten.

Categorie: Nieuwsbrieven

R
Vorig bericht: « Het belang van een juiste voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2024
Volgend bericht: Formulier ‘Opgaaf Werkelijk Rendement’ (OWR) »

Footer

Riverlane

Weteringschans 128
1017 XV Amsterdam
Kaart tonen

+31 (0) 20 244 22 00
[email protected]

Navigeer naar

  • Mensen
  • Track record
  • Publicaties
  • Contact

Algemene voorwaarden

  • Riverlane Fiscaal juristen
  • Riverlane Finance
  • Identificatieplicht
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Nederlands
  • Engels

Site Footer

nob logo

© 2025 | riverlane